Hier staat in het begin op de helft van het stadserf 38 in park A een huis met trapgevel en het front aan de gracht, dat evenals de belendende huizen in 1614 is gebouwd door de metselaar Hendrick Gerritsz (zie Herengracht 70). Deze verkoopt het pand in 1616 aan Trijntje Willems of Trijntje Willem Ysbrandsdr weduwe van de in 1610 overleden Gerrit Dircksz Nissingh of Nissen en in 1618 is ze hertrouwd met Reyer Claesz uit Enkhuizen maar dan in Dantzig of Gdańsk in Polen woont. Reyer overleeft haar en in 1629 hertrouwt hij met Maria Clockx. Na Trijntjes dood valt het huis ten deel aan haar drie zoons: Hans Reyersz, Willem Reyersz en Claes Reyersz. Hans verkoopt zijn deel in 1631 aan zijn broers, die daardoor elk beschikken over de helft van het eigendom van het huis. In 1652 verkoopt Willem Reyersz zijn part voor f 4.000,- aan de doopsgezinde koopman Joris Sijen, die er al inwoont en ook de andere helft verkrijgt. In 1677 is hij nog steeds de eigenaar.
Daarna komt het hoekpand aan Gerrit Roeters, wiens zoon en erfgenaam George Roeters het in 1716 voor f 7.500,- verkoopt aan de bakker Jan Gerritsz Meijerick [†1728] uit Dinxperlo en sinds 1684 getrouwd met Jannetje Gerrits alias Jannetje (de) Kosters uit Gramsbergen. Jan Gerritsz Meijerick heeft er zijn bedrijf in uitgeoefend en laat het pand na aan Gerritje Hesselinck uit Dinxperlo, dat is de weduwe van zijn in 1726 overleden zoon, de bakker Gerrit Meijerick. In 1734 wordt het huis vervangen door een hoog huis op houten pui, voorzien van een halsgevel met in de afdekking een meiboom en het opschrift “D'Meyboom 1734”, een zinspeling op de naam Meijerick. Dat is ook het huis dat in het grachtenboek staat en hier bovenaan de pagina. Rond 1739-1757 woont er de bakker Daniel Juggerink, die in 1742 f 400,- huur per jaar betaalt aan de erboven woonde in 1742-1744 genoemde Gerritje Hesselinck. Haar erfgenaam is haar kleinzoon, de medicus dr. Anthony od Antonius Schlapprizi, die in 1766 te Leiden is gepromoveerd en een zoon is van Antoni Schlapprizi uit Sankt Gallen, Zwitserland, en Elisabeth Meijerick. Deze kleinzoon verkoopt het huis in 1768 – als de bakker Jan Horstman er gevestigd is – aan Pieter Pietersz en de bakker Hendrik Rieven. Hendrik koopt het aandeel van Pieter in 1790. In 1793 verkoopt Rieven het huis aan de bakker Johannes Happé, die het in 1801 van de hand doet aan bakker Caspar Hendrik Nölcke uit Bockhorst bij Bielefeld, Duitsland. Deze – als weduwnaar van Dorothea Hoffman is in 1794 getrouwd met Anna Elisabeth Meule en in 1798 hertrouwd met Elsje Post uit Leer – woonde er al in 1794. In 1800 woont boven op een kamer Nicolaas Boer. Daarna is het hoekhuis in 1817 voor f 4.900,- gekocht door de bakker Dirk Christoffel Wellinghoff, die is gevestigd op de Herengracht bij het Koningsplein, die er gaat wonen.
Als u opmerkingen of aanvullingen hebt op de tekst hierboven, wilt u dan ook het huisnummer erbij vermelden.
Uw e-mail adres wordt alleen maar gebruikt om eventueel op uw opmerkingen te reageren.
Foto's of andere informatie vande panden kun u ook zenden naar info@amsterdamsegrachtenhuizen.info.